Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
schoolontbijt 1
Een schoolontbijt in 1931 in Berlijn. Foto via Krantenarchief van de KB.

Pantoffels en ontbijt

Nadat begin vorige eeuw de leerplicht werd ingevoerd op de Nederlandse scholen werd een pijnlijk probleem zichtbaar: heel veel kinderen groeiden op in armoede. Dat was daarvoor natuurlijk ook al zo, maar omdat die sloebers zich toen nog niet lieten zien op school konden de bestuurders net doen alsof ze nergens van wisten. 

Het is daarom niet geheel toevallig dat in 1902 de Amsterdamse gemeenteraad zich boog over de vraag of deze kinderen hulp moest worden geboden – niet alleen met een schoolontbijt, maar ook met pantoffels. Vanuit het buitenland kwamen zo nu en dan al berichten binnen dat ze daar met hulp waren begonnen, alhoewel het dan meestal om liefdadigheid hing. De overheid bemoeide zich er niet mee, althans niet structureel.

Zo schreef het Algemeen Handelsblad op 18 oktober 1890: ‘In Berlijn vindt men een vereniging die aan behoeftige kinderenen ontbijt schenkt: brood met boter of vet, voor zwakke kinderen melkpap. Zij werkt over 135 scholen.’ Hetzelfde gebeurde in München, Stuttgart en Hamburg. En ook in Stockholm werd deze hulp geboden, met name tijdens koude winters.

Met de winter van 1902 in aantocht bereikte dit vraagstuk de Amsterdamse gemeenteraad, zo schreef het Nieuwsblad van het Noorden op 29 oktober 1902. ‘De raadsleden mr. Z. van den Bergh, P. Nolting, G. van Arkel en K. C. Wiersma hebben bij den Amsterdamschen gemeenteraad een voorstel ingediend, waarbij zij, waardeerende de het voorstel van B. en W. tot het verschaffen van schoolpantoffels, meenen dat de gemeente nochtans een stap verder kan gaan en ook voeding verschaffen — in den beperkten vorm van een schoolontbijt — aan de kinderen, die daaraan behoefte hebben.’

Het zou gaan om 450.000 boterhammen per jaar en dat dit geld kostte, moest de stad niet weerhouden. De initiatiefnemers schreven hierover: ‘Hier toch wordt hulp verleend aan de armsten der armen, wordt de steun beperkt tot het allernoodzakelijkste. Dat is een der eerste plichten der gemeente, daar zwijgen alle financieële overwegingen.’

Socialisten!

Bovenstaand voorstel werd weggehoond door De Tijd, het godsdienstig-staatkundig dagblad. Sterker: wie hiermee zou instemmen, opende daarmee de deur voor de hordes socialisten en anarchisten, die geduldig wachtten om het land over te nemen en in goddeloze chaos te storten. ‘Zoetjesaan,’ opende het dagblad in zijn commentaar, ‘glijdt al wat zich liberaal noemt af naar het socialisme.’

Het verband was simpel: ‘Als het schoolontbijt er is, waarom zouden dan het middagmaal achterwege blijven en de five-o'clock-tea? Vervolgens aan elke school een afdeeling van een staatsconfectiemagazijn, ruimschoots voorzien van onder- en bovenkleeren in alle kindermaten, waar, na het schoolbad, elk kind zich kosteloos kan voorzien. Dan — wil men het goede zaad, gelegd in de goed geprepareerde kinderharten, tijd geven om te ontkiemen, wil men maken, dat geen storende invloed ingrijpt in de moeilijke schoolopvoeding — dan moeten er behalve speeltuinen bij de school, ook slaapzalen gebouwd worden.’

Vooruitlopend op de kritiek van harteloosheid vervolgde de krant: ‘Moeten die 30.000 arme kinderen dan verkleumen en verhongeren? Heelemaal niet, integendeel. Maar dat willen tegenstanders van het staatssocialisme zien gedaan door engelen van barmhartigheid en naastenliefde, en niet door gesalarieerde staatsambtenaren. Daar zit het verschil.’

De invloed van De Tijd was groot genoeg in de Amsterdamse raad om voldoende medestanders te vinden tégen het schoolontbijt en de socialistische hordes. Enkele dagen later wees dit orgaan zowel het schoolontbijt als de schoolpantoffels af. ‘Eveneens werd verworpen een voorstel om aan Burgem. en Weth. op te dragen een onderzoek, in hoeverre het mogelijk is corporaties voor kindervoeding en kinderkleeding te subsidieeren.’

De goddeloze socialisten waren woedend. In hun krant Het Volk schreven ze: 'Het schandaal is gebeurd: alle voorstellen omtrent schoolvoeding en kleeding zijn verworpen : geen schoolontbijt, geen kleeding, geen schoolpantoffels, geen klompen, geen rechtstreeksche verstrekking, geen subsidie, niets, volstrekt niets. De Amsterdamsche gemeenteraad, eenige jaren geleden in het land als de vooruitstrevende, de roode raad van Amsterdam bekend, is nu teruggetrokken tot achter conservatief Groningen en Utrecht.'

En zo eindigde het debat voor schoolpantoffels en schoolontbijt in een grote teleurstelling voor de initiatiefnemers.

Credits
  • Jurryt van de Vooren

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: